Auteursfiche
Auteur Sven De Visscher |
Beschikbare documenten van deze auteur



B.L.O.K.: Sociaalruimtelijk en ontwerpend onderzoek naar de Betekenis, Leefbaarheid en Ontplooiingskansen voor Kinderen en Tieners in de context van stapelbouw / Marlies Marreel
![]()
Titel : B.L.O.K.: Sociaalruimtelijk en ontwerpend onderzoek naar de Betekenis, Leefbaarheid en Ontplooiingskansen voor Kinderen en Tieners in de context van stapelbouw Documenttype: onderzoek Auteurs: Marlies Marreel, Onderzoeker ; Jo Boonen, Onderzoeker ; Sven De Visscher, Promotor ; Pieter Foré, Co-promotor ; De Brauwere, Greet, Co-promotor ; Ruben Joye, Co-promotor ; Verschelden, Griet, Co-promotor Taal : (nla) Trefwoorden: Kinderen in kwetsbare situaties:Stedelijke gebieden
Vrije tijd, spel en cultuur:Publieke ruimte:AlgemeenSamenvatting: Hoewel een belangrijke groep kinderen en tieners in een context van hoogbouw opgroeit, hebben we weinig zicht op hun ervaringen rond de leefbaarheid van hoogbouwomgevingen, de sociale en ruimtelijke beleving van hun woonomgeving, wat het ook moeilijk maakt om zicht te krijgen op volgens kinderen en tieners wenselijke ontplooiingsmogelijkheden die de omgeving van hoogbouw zou moeten aanreiken. De centrale doelstelling van dit projectvoorstel is om aan de hand van sociaalruimtelijk en ontwerpend onderzoek met kinderen en tieners beter zicht te krijgen op de betekenisgeving, leefbaarheid en ontplooiingskansen voor kinderen en tieners in verschillende contexten van hoogbouw, teneinde aandachtspunten aan te reiken aan ontwerpers en sociaal werkers om meer ondersteunende en kansrijke hoogbouwomgevingen te creëren.
Het project schuift verschillende onderzoekssporen naar voor: (1) theoretisch literatuuronderzoek en praktijkgerichte state-of-the-art rond kinderen en stapelbouw; (2) sociaalruimtelijk belevingsonderzoek bij kinderen en tieners in stapelbouwomgevingen; (3a) ontwerpend onderzoek op concrete stapelbouwomgevingen of planningsprocessen; (3b) onderwijsspoor met interdisciplinaire onderwijsactiviteiten die het thema binnen de opleidingen sociaal werk en landschaps- en tuinarchitectuur onder de aandacht moeten brengen.Summary: The interdisciplinary PWO-project B.L.O.K. is a research project within the University College of Ghent. The project focusses on trying to discover the meaning children and teenagers give to high- and medium- rise housing environments (referring to any kind of layered housing), and what opportunities they find in these environments. The main goal of the research is to help designers and social workers to create or support meaningful and supportive high- and medium- rise housing environments. The project entails different research tracks to realize this goal. (1) First, there’s a literature review and a practice-based state-of-the-art about children living in high- and medium- rise housing environments; (2) a socio-spatial perception study with children and teenagers; (3a) research by design in concrete cases of layered housing or processes of planning; (3b) an educational approach with interdisciplinary educational activities in which we try to underline the research themes in the educational programs of social work and landscape architecture at the university college. Startdatum / Start date : 01/10/2016 Einddatum / End date : 30/09/2019 Output : https://www.researchgate.net/project/PWO-BLOK Financiering / Funding : PWO project URL : : http://blok.kids-gids.be/ Onderzoeksinstelling / Research institute : Hogeschool Gent - Mens en Welzijn Onderzoekstype : Theoriegericht, fundamenteel onderzoek - Ander fundamenteel onderzoek/Praktijkgericht onderzoek - Praktijkvoorbereidend onderzoek Discipline : Architectuurwetenschappen/Sociaal werk Methodologische dimensies : Face-to-face/Kwalitatief onderzoek/Momentopname, crossectioneel/Lokaal/Analyse dossiers, documenten/Individuen (direct betrokkenen, kinderen) bestuderen of bevragen/Individuen (direct betrokkenen, volwassenen) bestuderen of bevragen/Individuen (intermediairen) bestuderen of bevragen/Organisaties bestuderen/Processen bestuderen Link naar een elektronische bron: https://onderzoek.hogent.be/projecten/blok/ Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=3245
Titel : Buiten spelen in wiens en welk belang? Het spel als cultuurelement Documenttype: artikel Auteurs: Sven De Visscher, Auteur Uitgegeven: Larcier (Brussel) Publicatiedatum: 2009 Tijdschrift: Tijdschrift voor Jeugd en Kinderrechten (TJK) Vol. 2 Paginering : p. 116-122 Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Vrije tijd, spel en cultuur:Algemeen Samenvatting: Recent organiseerde de Vlaamse overheid in samenwerking met het onderzoekscentrum Kind en Samenleving een colloquium over buiten spelen. De vraag die naar aanleiding van dit project besproken werd, is in welke mate kinderen opnieuw moeten “leren” om (buiten) te spelen. Het eerste deel van deze bijdrage gaat na in welke mate deze vraagstelling nieuw is. De zorg voor de buitenspeelmogelijkheden van kinderen maakt deel uit van een breder pedagogiseringsoffensief en de nadruk op het speels karakter van kinderen maakt deel uit van een romantisch kindbeeld. In het tweede deel wordt nagegaan vanuit wiens en welk belang de vraag gesteld wordt naar meer buitenspeelruimte voor kinderen. In het laatste deel wordt ten slotte een kort samenvattend pleidooi gehouden voor een sociale pedagogiek van het buiten spelen, in aanvulling op de actueel dominante individuele pedagogiek van het spel. Summary: Recently, the Flemish government set up a colloquium on playing outdoors, in cooperation with the Child and Society Research Centre. The question discussed there was to what extent children should “learn” how to play outdoors again. The first part of this article explores whether this is a new question or not. The concern for the possibilities to play outdoors is part of the "educationalisation offensive" and the emphasis on the playful character of children is part of a romantic childhood image. The second part searches from whose or what interesst the inquiry for more space to play outdoors is put forward. Finally, the last part contains a short plea for a social pedagogy on playing outdoors, in addition to the current dominant individual pedagogy of playing. Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=864 Elektronische documenten
![]()
2009 DE VISSCHER Buiten spelen in wiens en welk belangURLKinderen in Stedelijke Ruimtes: ontwikkeling van een sociaal en ruimtelijk onderzoeks- en reflectiekader / Sven De Visscher
![]()
Titel : Kinderen in Stedelijke Ruimtes: ontwikkeling van een sociaal en ruimtelijk onderzoeks- en reflectiekader Andere titel : Children in Urban areas: development of a social and spatial research and reflection framework Documenttype: onderzoek Auteurs: Sven De Visscher, Onderzoeker ; Verschelden, Griet, Co-promotor ; De Brauwere, Greet, Co-promotor ; Pieter Foré, Co-promotor ; Verbeken, Joris, Co-promotor Taal : (nla) Trefwoorden: Kinderen in kwetsbare situaties:Stedelijke gebieden
Kinderrechten (algemeen):Participatie:Participatie in onderzoekSamenvatting: Dit project betreft onderzoek naar kinderen in stedelijke ruimtes. Meer specifiek gaat het om het onderzoeksprogramma "Leefbare stad en omgeving". In dit project wordt een onderzoeks- en leerproces opgezet rond de betekenis van kindvriendelijke stedelijke ruimtes en de ontwerpimplicaties ervan. Er worden vier parallelle onderzoekslijnen uitgewerkt: (1) een literatuur- en bronnenonderzoek in samenwerking met de Europese partners, dat resulteert in een internationaal publiceerbare ‘state of the art’ rond het thema; (2) een beleidsreflectie-proces op basis van een ontwerpend Delphi-onderzoek; (3) een ontwerpend onderzoeksleerproces door middel van pilootprojecten in vier Gentse wijken; en (4) ontwikkelingsproces van de onderzoeks- en reflectietool. Kinderen worden in deze verschillende onderzoekslijnen opgenomen als medeonderzoekers. Summary: This project concerns research into children in urban areas. More specifically, the research program of the project focuses on “Liveable city and environment”. In this project a research and learning process regarding the meaning of child friendly urban areas is set up. Four parallel research angles are worked out: (1) a literature- and sources research in collaboration with European partners, which results in an international publishable state of the art surrounding this theme; (2) a policy reflection process based on a designed Delphi research; (3) a designed research learning process by means of pilot projects in four areas of Ghent (City in Belgium); and (4) development process of the research- and reflection tool. Children are considered as fellow-researchers within each of these different research angles. Startdatum / Start date : 01.09.2013 Einddatum / End date : 31.08.2016 Onderzoeksinstelling / Research institute : Hogeschool Gent Onderzoekstype : Theoriegericht, fundamenteel onderzoek - Ander fundamenteel onderzoek/Beleidsgericht onderzoek/Actieonderzoek Discipline : Geografie, geologie, ruimtelijke indeling, urbanisatie Methodologische dimensies : Literatuur, documentanalyse/Literatuurstudie/Momentopname, crossectioneel/Regionaal/Internationaal/buitenland/Processen bestuderen/Participatief onderzoek met kinderen en jongeren Link naar een elektronische bron: http://pure.hogent.be/portal/nl/projects/kinderen-in-stedelijke-ruimtes-ontwikke [...] Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=2119 Kinderrechten als referentiekader voor "kindvriendelijkheid": opvattingen en discussies / Sven De Visscher ; Didier Reynaert ; Maria Bouverne-De Bie
![]()
Titel : Kinderrechten als referentiekader voor "kindvriendelijkheid": opvattingen en discussies Documenttype: artikel Auteurs: Sven De Visscher, Auteur ; Didier Reynaert, Auteur ; Maria Bouverne-De Bie, Auteur Uitgegeven: Larcier (Brussel) Publicatiedatum: 2012 Tijdschrift: Tijdschrift voor Jeugd en Kinderrechten (TJK) Vol. 1 Paginering : p. 40-52 Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Kinderrechten (algemeen):Algemeen
Vrije tijd, spel en cultuur:Publieke ruimte:AlgemeenSamenvatting: Het adjectief 'kindvriendelijk' duikt op als marketingstrategie in tal van contexten. Wanneer het echter wordt verbonden met het brede veld van pedagogische praktijken noopt dit tot reflectie over wat begrepen wordt onder de notie kindvriendelijkheid. Antwoorden worden vaak gezocht in het referentiekader van de kinderrechten. In dit artikel worden de grondslagen van het kindvriendelijkheidsdiscours geanalyseerd vanuit een verbinding met dit referentiekader van de kinderrechten. Er wordt vertrokken vanuit de positie van kinderen in de publieke ruimte als exemplarische discussie voor de analyse van kindvriendelijkheidsdiscoursen. Een kindvriendelijke woon- en speelomgeving is immers reeds geruime tijd voorwerp van maatschappelijk debat, onder meer naar aanleiding van een aantal incidenten. In de analyse van de notie kindvriendelijkheid in relatie tot het referentiekader van de kinderrechten wordt gewezen op drie met elkaar verband houdende discussiepunten: problemen van juridisering van pedagogische verhoudingen, individualisering van sociale grondrechten en institutionalisering van de kind- en jeugdperiode als een apart jeugdland. Opvattingen over en discussies m.b.t. deze drie discussiepunten worden verder uitgediept. In de conclusie wordt gepleit voor een opvatting van kindvriendelijkheid als relationeel begrip, aansluitend bij de idee van kinderrechten als uitkomst van een individueel en collectief leerproces. Summary: The notion of "child friendly" appears in many contexts as a marketing strategy. However, when linked to the broad field of educational practices, the notion of 'child friendly' requires critical reflection. Interpretations of the meaning of the concept of chield friendly are often soughts in the framework of children's rights. This article discusses these interpretations that characterize te cild-friendly discourse, making a connection with then children's rights discourse. The authors start from the position of children in public space as an exemplatory discussion for the analysis of the child friendly discourse. A child-friendly environment has been object of considerable debate over the past decade due to several incidents where children were involved. They point at three interrelated issues that are thoroughly discussed: problems of juridification of educational relationships, individualization of social rights and institutionalization of the childhood and youth period into a separate 'youth land'. In their conclusion, the authors argue for an interpretation of child friendliness as relational concept, in line with the idea of children's rights as the outcome of individual and collective learning processes. Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=967 Elektronische documenten
![]()
TJK_12_1_DV_R_BDB.pdfAdobe Acrobat PDFEen link tussen leven in armoede en een eerste maatregel bijzondere jeugdbijstand? / Maria Bouverne-De Bie
![]()
Titel : Een link tussen leven in armoede en een eerste maatregel bijzondere jeugdbijstand? Documenttype: boek Auteurs: Maria Bouverne-De Bie, Auteur ; Yves Rosseel, Auteur ; Joke Impens, Auteur ; Sven De Visscher, Auteur ; Sara Willems, Auteur ; Isabelle Delens-Ravier, Auteur Uitgegeven: Gent [België] : Academia Press Publicatiedatum: 2011 Paginering : 142 ISBN/ISSN/EAN: 978-90-382-1704-8 Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Gezin:Alternatieve zorg:Algemeen
Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Bijzondere jeugdzorg
Kinderen in kwetsbare situaties:ArmoedeSamenvatting: Over de vraag of plaatsing van kinderen gebeurt om redenen van armoede wordt reeds lang gedebatteerd. De ouders die er rechtstreeks bij betrokken zijn, hebben daar niet de minste twijfel over: hun kinderen worden vaker geplaatst dan anderen, en dat is omdat ze arm zijn. Eenzelfde unanimiteit bestaat echter niet bij de beroepskrachten van de sector: de enen bevestigen de perceptie van de gezinnen; anderen spreken deze visie tegen of nuanceren ze, armoede is nooit het enige motief voor een dergelijke beslissing. De inzet van het debat is reëel, gezien het antwoord op de vraag naar de link tussen slechte socio-economische levensomstandigheden en de hogere kans (in statistische zin) op een plaatsing heel sterk het beleid van de bijzondere jeugdzorg oriënteert. Dit is de reden waarom het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting de mogelijkheid heeft aangegrepen die het AGORA-onderzoeksprogramma van het Federaal Wetenschapsbeleid biedt om het al of niet bestaan van een dergelijk verband te objectiveren door de verschillende beschikbare gegevens te kruisen. In dit boek worden de gegevens uit dit onderzoek – uitgevoerd door een onderzoeksploeg van de UGent en de UCL – voorgesteld. Summary: The question whether a placement of children is a result of poverty has been subject to a long debate. Parents who are directly involved do not have any doubts: their children are more easily placed in alternative care, and that is so because they are poor. This unanimity is however not confirmed by the professionals in this sector: some confirm the family’s perception, others do not agree or nuance this view, saying that poverty is never the only reason for such a decision. What is at stake in this debate is a real issue, since the answer to the question about the link between disadvantaged socio-economic circumstances and the higher (statistical) chance to a placement strongly orientate the Belgian youth care policy. That is the reason why the “Combat Poverty, Insecurity and Social Exclusion Service” took the opportunity offered by the AGORA research programme of the Federal Scientific Policy to objectify the existence (or not) of such a relationship by intersecting different available data. This book presents the results of this research, which was conducted by a team from UGent and UCL. Link naar een elektronische bron: http://www.armoedebestrijding.be/publicarmoedebijzjeugdzorg.htm Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=278 Een link tussen leven in armoede en een eerste maatregel bijzondere jeugdbijstand? / Ellen Rutgeerts
![]()
![]()
PermalinkPermalinkPermalink