Trefwoorden



Forced conscription of children during armed conflict: Experiences of former child soldiers in northern Uganda. / Vindevogel, Sofie ; Coppens, Kathleen ; Derluyn, Ilse ; De Schryver, Maarten ; Loots, Gerrit ; Broekaert, Eric
![]()
Titel : Forced conscription of children during armed conflict: Experiences of former child soldiers in northern Uganda. Documenttype: artikel Auteurs: Vindevogel, Sofie, Auteur ; Coppens, Kathleen, Auteur ; Derluyn, Ilse, Auteur ; De Schryver, Maarten, Auteur ; Loots, Gerrit, Auteur ; Broekaert, Eric, Auteur Uitgegeven: Amsterdam [Nederland] : Elsevier Publicatiedatum: 2011 Tijdschrift: Child Abuse & Neglect Vol. 35, Nr. 7 Paginering : p. 551-562 Taal : Engels (eng) Trefwoorden: Kinderen in kwetsbare situaties:Geweld / uitbuiting:Gewapend conflict:Kindsoldaten
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Afrika:UgandaSamenvatting: Een gewapende strijd tijdens de jeugdjaren is een vorm van kindermisbruik. Het kan leiden tot ernstige schade, zoals post-traumatische stressstoornissen. Het inherente emotionele misbruik en het (niet-)handelen van hulpverleners kan een verstoring teweeg brengen van het gedrag, het verstandelijke, het emotionele of de mentale toestand van het kind. Op basis van een standaard vragenformulier, werden negentien voormalige kindsoldaten geïnterviewd in een rehabilitatiecentrum. De redenen voor hun rekrutering waren onder meer: vrijwillig (8), haat voor de vijand (wraak) (5), het beeld van een vrijheidsstrijder te worden (martelaarschap) (9), om hun familie te ondersteunen (3). Eén kind werd ontvoerd, zeven sloten zich aan uit vrees om door de “vijand” ontvoerd te worden, en in vijf gevallen werd een familielid gedood door een “vijand” of een eigen groep. De kinderen werden betrokken in handarbeid (15), bewaking (15), vechten aan de frontlinie (7), het maken van bommen (5), het plaatsen van zee/landmijnen (5) en radio en communicatie (2). Vijftien werden getraind in vuurwapens en 14 in zelfvernietiging. Twaalf kinderen vluchtten of probeerden dit, en 11 van hen weigerden te gehoorzamen of gaven weerwoord. Dit gaf aanleiding tot allerlei straffen, waaronder keukendienst, slagen, opsluiting, chantage, of doodsbedreigingen. Een meerderheid van de kinderen was droevig of emotioneel overstuur wanneer ze zich hun moeder en familie herinnerden. Het betrekken van kinderen in een oorlog, om welke “rechtvaardiging” dan ook, moet altijd gezien worden als dwang, aangezien zij niet echt hun acties in oorlog kunnen inschatten. Het zijn de volwassen die voor hen zorgen die de verantwoordelijkheid moeten opnemen. De volgende definitie voor het misbruik van kinderen in gewapend conflict wordt voorgesteld: “De betrokkenheid van afhankelijke en op het vlak van ontwikkeling onvolwassen kinderen en adolescenten, in een gewapend conflict dat zij niet werkelijk verstaan, waarin zij niet in staat zijn een geïnformeerde toestemming te geven en die een negatief effect heeft op het recht van het kind op een ongehinderde groei en identiteit als kind.” Een stevige overeenstemming op internationaal vlak is noodzakelijk voor richtlijnen inzake de lagere leeftijdslimiet voor de rekrutering van kinderen in gewapende conflicten.
Het volledige onderzoek werd ook opgenomen in deze databank, onder volgende link: http://www.kekidatabank.be/opac/index.php?lvl=notice_display&id=581Summary: Armed combat in childhood is a form of child abuse. It may lead to serious consequences, including post-traumatic stress disorder. The inherent emotional abuse and acts or omissions by caregivers may cause behavioural, cognitive, emotional or mental disorder in the child. Nineteen former child soldiers were interviewed in a rehabilitation centre using a standard questionnaire. Reasons for recruitment included: volunteered (18), hatred of enemy (revenge) (5), virtue of being a freedom fighter (martyrdom) (9), as a means of supporting their family (economic) (3). One child was abducted, 7 joined for fear of the ‘enemy’ abducting them, and in 5 a family member was killed by ‘enemy’ or own group. The children were involved in manual labour (15), guard duty (15), front-line fighting (7), bomb manufacture (5), setting sea/land mines (5) and radio and communication (2). Fifteen were trained in firearms and 14 in self-destruction. Twelve children attempted to or did run away and 11 refused to obey orders or argued. This led to various punishments, including kitchen duty, beatings, imprisonment, blackmail or death threats. A majority of the children felt sad and emotionally upset when they remembered their mother and family. Children's involvement in war, whatever the ‘justifications’ may be, should always be considered as forced, as they cannot truly comprehend their action in war. The responsibility must be taken by the adult caregivers. The following definition of the abuse of children in armed conflict is proposed: ‘The involvement of dependent, developmentally immature children and adolescents in armed conflict they do not truly comprehend, to which they are unable to give informed consent, and which adversely affects the child's right to unhindered growth and identity as a child’. Firm international agreement on guidelines for the lower age limit of recruitment of children into armed forces is required.
The full study can also be found in this database: http://www.kekidatabank.be/opac/index.php?lvl=notice_display&id=581Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=1141 Elektronische documenten
![]()
Het inzetten van burgers als oorlogswapen: impact op individuele en maatschappelijke herstelprocessen na het conflictURL
Titel : From military to civilian life : Challenges and resources in the transition of former child soldiers in northern Uganda Documenttype: boek Auteurs: Vindevogel, Sofie, Auteur Uitgegeven: Gent [België] : Academia Press Publicatiedatum: 2013 Paginering : 325 p. Taal : Engels (eng) Trefwoorden: Kinderen in kwetsbare situaties:Geweld / uitbuiting:Gewapend conflict:Kindsoldaten
Kinderrechten (algemeen):Kinderrechtenverdragen:Verdrag inzake de Rechten van het Kind:Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, inzake kinderen in gewapend conflict
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Afrika:UgandaSamenvatting: Dit boek is de bespreking van een doctoraatsonderzoek naar hoe voormalige kindsoldaten hun transitieproces van het militaire naar het civiele leven ervaren en welke uitdagingen en hulpbronnen zij daarbij ondervinden. Het onderzoek werd uitgevoerd met voormalige kindsoldaten in de noordelijke Oegandese provincie Lira. Het werd opgesplitst in vier delen. De eerste studie heeft tot doel inzicht te verwerven in het profiel van voormalige kindsoldaten in het noorden van Oeganda, gezien de betreffende literatuur aangeeft dat het begrip “kindsoldaat” een grote diversiteit omvat en bovendien contextueel benaderd wordt. De tweede studie poogt een profiel te creëren van het psychosociaal welzijn van Noord-Oegandese voormalige kindsoldaten op langere termijn en te exploreren welke factoren hiermee geassocieerd zijn. In de derde studie wordt een poging ondernomen om te inventariseren wat deze kinderen zelf ervaren als uitdagingen en hulpbronnen in hun transitieproces van de oorlogsvoerende rebellenbeweging naar de door oorlog getroffen samenleving. De vierde en laatste studie tracht de betekenis van de hulpbronnen bloot te leggen, om op die manier te achterhalen waarom deze ervaren hulpbronnen als waardevol worden beschouwd en welke rol deze spelen in het transitieproces. Uit deze studies wordt tot slot een algemene conclusie getrokken.
Het onderzoek kan ook in deze databank geraadpleegd worden: http://www.kekidatabank.be/pmb/opac_css/index.php?lvl=notice_display&id=581Summary: This book discusses a doctorate study, in which, the transition process of former child soldiers from military to civilian life is explored, as well as the challenges and resources they meet in the process. The research was conducted with former child soldiers in Lira, a province in the north of Uganda. It has been divided into four parts. The first study aims at acquiring insight in the profile of former child soldiers in the north of Uganda, as the relevant literature indicates that the notion of “child soldiers” contains a wide variety and is approached contextually. The second study tries to create a profile of the psycho-social wellbeing of the former child soldiers in the longer run and to explore which factors are associated with this. The third study attempts to list up what these children experience themselves as challenges and resources in their transition process from a rebel movement at war to a society affected by armed conflict. The fourth and final study tries to identify the resources, and by this to find out why these experiences resources are deemed valuable and what role they play in the transition process. A general conclusion is drafted from these four studies.
The research can also be found in this database: http://www.kekidatabank.be/pmb/opac_css/index.php?lvl=notice_display&id=581Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=936 Gebarentaalgemeenschappen, dove wereldbeelden en duurzame menselijke ontwikkeling: inzicht in patronen van verbinding in en tussen veranderende gemeenschappen in Oeganda, Vlaanderen, en het Verenigd Koninkrijk. / De Clerck, Goedele
![]()
Titel : Gebarentaalgemeenschappen, dove wereldbeelden en duurzame menselijke ontwikkeling: inzicht in patronen van verbinding in en tussen veranderende gemeenschappen in Oeganda, Vlaanderen, en het Verenigd Koninkrijk. Andere titel : Sign language communities, deaf worldviews, and sustainable human development: understanding patterns of connectivity within and between communities of change in Uganda, Flanders and the United Kingdom. Documenttype: onderzoek Auteurs: De Clerck, Goedele, Onderzoeker ; Reynaert, Herwig, Promotor Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Kinderen in kwetsbare situaties:Kinderen met een beperking
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Afrika:Uganda
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Europa:Verenigd Koninkrijk
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Europa:VlaanderenSamenvatting: Dit cross-cultureel vergelijkend onderzoek wil inzicht krijgen in duurzame ontwikkeling in en tussen gebarentaalgemeenschappen en de samenleving in Vlaanderen, Oeganda, en het Verenigd Koninkrijk. Enerzijds zien we een grotere zichtbaarheid van gebarentalen en een groeiende groep niet-dove mensen die gebarentaal leren en gebruiken, dus een overgang naar gebarentaalgemeenschappen. Anderzijds zien we ook dat de duurzame ontwikkeling van deze gemeenschappen en de intergenerationele overdracht van dovencultuur, gebarentaal, en dove vormen van kennis en leren (deaf epistemologies) worden uitgedaagd door recente ontwikkelingen zoals cochleaire implantatie, inclusief onderwijs, sociale mobiliteit, virtuele en transnationale interactie. Tegelijkertijd worden ook actief nieuwe 'gebarentaalruimtes' gecreëerd, die vaak alternatieve trajecten vormen voor duurzame ontwikkeling. Deze evoluties zijn uiteraard ook cultureel gesitueerd en divers. Het project combineert verschillende onderzoeksmethoden, waaronder de ontwikkeling van een gemeenschapsprofiel via intergenerationele en cross-culturele interactie. Daarnaast worden kaders verkend die de duurzame ontwikkeling van gebarentaalgemeenschappen kunnen ondersteunen (waaronder het VN Verdrag inzake de Rechten van Personen met een handicap en kinderrechten). Summary: This cross-cultural comparative research aims to gain insight into practices of sustainable development and connectivity in and between sign language communities and their societal contexts in Flanders, Uganda, and Cameroon. On the one hand, sign languages have become more visible, more non-deaf people are now using sign languages, and deaf communities are turning into sign language communities. On the other hand, the communities’ sustainability and the intergenerational transmission of deaf knowledge/culture are challenged by recent developments such as the spread of the bionic ear, mainstreamed education, social mobility, and virtual and transnational interaction. The project combines diverse methodologies, including the development of a community profile through intercultural and intergenerational interaction. Frameworks which are valuable to the sustainable development of sign language communities are explored (such as the UN Convention of the Rights of Persons with Disabilities, Children’s Rights, etc.). Startdatum / Start date : 01.10.2012 Einddatum / End date : 01.09.2015 Output : De Clerck, G. (2013). Tolk Vlaamse Gebarentaal van kleuter tot student: zijn we er nu? Vooruit met de Wereld Morgen.be. Geraadpleegd via http://www.dewereldmorgen.be//De Clerck, G. (in press). Comparative studies of deaf epistemologies, empowerment, and learning. Washington, DC: Gallaudet University Press. Financiering / Funding : Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) Onderzoeksinstelling / Research institute : Universiteit Gent - Centrum voor Lokale Politiek Onderzoekstype : Theoriegericht, fundamenteel onderzoek Discipline : Deaf studies/Politieke wetenschappen/Sociale wetenschappen/Taal Methodologische dimensies : Internationaal/buitenland/Juridische studie/Kwalitatief onderzoek/Literatuur, documentanalyse/Momentopname, crossectioneel Link naar een elektronische bron: http://www.goedele2.prospector.be/ Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=1355 Gedrags- en emotionele problemen bij Congolese gevluchte adolescenten in de Democratische Republiek Congo en in Uganda
![]()
Titel : Gedrags- en emotionele problemen bij Congolese gevluchte adolescenten in de Democratische Republiek Congo en in Uganda Andere titel : Behavioral and emotional problems amongst Congolese adolescent refugees in the Democratic Republic of Congo and in Uganda Documenttype: onderzoek Auteurs: Broekaert, Eric, Promotor Taal : (nla) Trefwoorden: Gezondheid en welzijn:Algemeen
Kinderen in kwetsbare situaties:Algemeen
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Afrika:Congo
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Afrika:UgandaSamenvatting: Dit project betreft onderzoek naar gedrags- en emotionele problemen bij Congolese gevluchte adolescenten in de Democratische Republiek Congo en in Uganda. Meer specifiek brengt het onderzoek de prevalentie van gedrags- en emotionele problemen bij adolescenten afkomstig uit de Democratische Republiek Congo die op de vlucht zijn in eigen land of in Uganda, alsook beïnvloedende factoren, in kaart. Aanbevelingen uit deze studie worden daarna getoetst, zodat het onderzoek finaal leidt tot het optimaliseren van de hulpverlening aan deze Congolese adolescente vluchtelingen. Summary: This project concerns research into behaviour- and emotional problems among Congolese adolescent refugees in the Democratic Republic of Congo and in Uganda. More specifically, this research maps out the prevalence of behaviour and emotional problems and possible influencing factors among adolescents of the Democratic Republic of Congo who are on the run within their own country or in Uganda. Recommendations stemming from this study are tested afterwards. The final output of this project is the optimization of the social care to these Congolese adolescent refugees. Startdatum / Start date : 01.11.2006 Einddatum / End date : 31.10.2010 Onderzoeksinstelling / Research institute : Universiteit Gent Onderzoekstype : Beleidsgericht onderzoek - Beleidsvoorbereidend onderzoek/Praktijkgericht onderzoek - Praktijkvoorbereidend onderzoek Discipline : Pedagogische wetenschappen - (Ortho)pedagogiek, onderwijskunde, sociale agogiek/Politieke wetenschappen - Conflict & development studies Methodologische dimensies : Internationaal/buitenland Link naar een elektronische bron: https://tokyoap1.ugent.be/iweto/toonProject.jsf Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=2114 Het inzetten van burgers als oorlogswapen: impact op individuele en maatschappelijke herstelprocessen na het conflict / Vindevogel, Sofie
![]()
![]()
Titel : Het inzetten van burgers als oorlogswapen: impact op individuele en maatschappelijke herstelprocessen na het conflict Documenttype: onderzoek Auteurs: Vindevogel, Sofie, Onderzoeker ; Broekaert, Eric, Promotor ; Derluyn, Ilse, Co-promotor Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Kinderen in kwetsbare situaties:Geweld / uitbuiting:Gewapend conflict:Kindsoldaten
Kinderrechten (inter)nationaal:Landen en regio's:Afrika:UgandaSamenvatting: Wereldwijd zijn op heden naar schatting een 300.000-tal minderjarigen als kindsoldaat betrokken bij gewapende conflicten. De vaak traumatische ervaringen en stressvolle levensomstandigheden die daarmee gepaard gaan kunnen diepgaande en persistente gevolgen hebben voor hun psychologisch welbevinden. Hun afwezigheid in de samenleving en vaak actieve rol in het conflict kunnen bovendien tal van sociale uitdagingen met zich meebrengen. Toch blijken heel wat voormalige kindsoldaten veerkrachtig met hun situatie te kunnen omgaan.
Met dit project wordt beoogd te onderzoeken hoe voormalige kindsoldaten dit proces beleven en welke hulpbronnen zij daarbij ervaren. Meer specifiek wordt nagestreefd om inzicht te verwerven in wat voormalige kindsoldaten ervaren als bevorderend voor hun veerkracht en welke resterende ondersteuningsnoden zij ondervinden. Daartoe wordt via een mixed-method design crossectioneel onderzoek verricht bij jongeren tussen 12 en 25 jaar die als voormalige kindsoldaat betrokken waren bij de noord Oegandese rebellenbeweging ‘Lord’s Resistance Army’. Hedendaagse gewapende conflicten blijken steeds meer uitgevochten te worden binnen landsgrenzen, waarbij burgers om politieke, sociaalpsychologische en operationele doeleinden in toenemende mate het doelwit en slachtoffer van oorlogsstrategieën worden. In Noord-Oeganda woekert reeds meer dan twee decennia een dergelijk conflict, waarbij het rebellenleger Lord’s Resistance Army (LRA) een cruciale rol vervult. Een voorname oorlogsstrategie die door het LRA wordt toegepast, is het brutaal ontvoeren en gedwongen rekruteren van jongeren als soldaat binnen het rebellenleger. Naar schatting 25 000 jongeren werden doorheen de jaren gedwongen als kindsoldaat te opereren binnen deze rebellenbeweging. Het gedwongen inzetten van kindsoldaten gaat gepaard met een verregaande blootstelling aan stressvolle oorlogsgebeurtenissen, wat een diepgaande en persistente impact kan sorteren op hun psychisch welzijn. Bovendien blijkt dat kindsoldaten gedwongen worden deel te nemen aan gruwelheden tegen de bevolking, wat ernstige uitdagingen stelt aan hun re-integratie.
Ondanks de verontrustende kwetsbaarheid van jongeren voor de impact van oorlog en meer specifiek de ervaring als kindsoldaat op hun welzijn en ontwikkeling, blijken lang niet alle jongeren gedetermineerd door deze traumatische ervaring. Heel wat onder hen slagen er immers in een verbazingwekkende veerkracht aan de dag te leggen.Met dit onderzoek willen we dan ook nagaan wat voormalige kindsoldaten help bij het omgaan met voorbije ervaringen en huidige uitdagingen als gevolg van hun tijd bij het rebellenleger, dit vanuit hun eigen perceptie. Daarbij worden zowel intrapersoonlijke hulpbronnen, zoals copingstrategieën, als interpersoonlijke hulpbronnen, zoals sociale steun, in beschouwing genomen. Daartoe wordt gewerkt in noord-Oeganda, waar gedurende meer dan twee decennia een gewapend conflict woekerde. Meer specifiek zal het onderzoek plaatsvinden in Lira district, met voormalige kindsoldaten tussen 12 en 25 jaar oud. Het onderzoek wordt opgesplitst in vier deelstudies. De eerste studie beoogt het documenteren van de omvang en aard van oorlogsgerelateerde ervaringen van voormalige kindsoldaten tijdens hun tijd bij het rebellenleger in noord-Oeganda. Daarbij wordt aandacht besteed aan de prevalentie van dergelijk ervaringen, alsook aan factoren die geassocieerd worden met een differentiële blootstelling. De tweede studie heeft tot doel een profiel te creëren van het langere termijn psychosociaal welzijn van noord-Oegandese voormalige kindsoldaten. Bovendien wordt een exploratief model gecreëerd en onderzocht om potentiële factoren die een determinerende invloed uitoefenen op dit langere termijn psychosociaal welzijn te identificeren. De derde studie beoogt te inventariseren wat noord-Oegandese voormalige kindsoldaten ervaren als hulpbronnen in het terugkeerproces van de oorlogsvoerende rebellenbeweging naar de door oorlog getroffen samenleving. Aan de jongeren zelf wordt gevraagd op te lijsten welke factoren op micro-, meso- en macroniveau zij zelf hebben ervaren. De vierde studie heeft de intentie het proces en de betekenis achter deze hulpbronnen bloot te leggen, om op die manier te achterhalen waarom de ervaren hulpbronnen waardevol beschouwd worden door de noord-Oegandese voormalige kindsoldaten.Summary: It is estimated that worldwide there are about 300.000 minors involved in armed conflict as child soldier. The often traumatizing experiences and stressful life conditions involved in child soldiering can have profound and persistent consequences for their psychological well-being. Besides, their absence in society and their active role in the conflict may bring along various social challenges. Notwithstanding, many former child soldiers show amazing resilience in dealing with their situation upon return.This project aims to study how former child soldiers perceive this process and which resources they can use in dealing with this. More specifically, it aims at gaining insight into what former child soldiers experience as beneficial for they psychosocial well-being and what their remaining needs are in order to deal with their situation. Therefore, a mixed method design is applied to conduct cross-sectional research with adolescents aged between 12 and 25 years who were formerly as a child soldier involved in the northern Ugandan rebel faction ‘Lord’s Resistance Army’. Contemporary conflicts are most often being fought within state borders, involving civilians as political, social-psychological and operational aims. In northern Uganda, a conflict has been waging for more than two decades, in which the Lord’s Resistance Army (LRA) plays a pivotal role. One of its most notorious war strategies targeting civilians, is the violent abduction and forced recruitment of minors as child soldiers within this armed faction. It is estimated that about 25 000 minors have been forced to become child soldier during the armed conflict in northern Uganda. The involvement of child soldiers is found to be associated with an increased exposure to stressful acts of war, which may exert a profound and persistent impact on the psychosocial well-being of these children. Besides, the involvement of child soldiers leads to an intensified involvement in hostilities towards civilians, which may jeopardize their social reintegration.Notwithstanding the vulnerability of children for the impact of war and more specifically of being a child soldier on their well-being, not all these former child soldiers appear to be overthrown by their experiences. Many among them show amazing resilience in dealing with their situation upon return.
Consequently, this research aims to look into what helps former child soldiers in dealing with their past experiences and current challenges as a consequence of child soldiering, according to their own perception. In this case, we consider both intrapersonal resources, such as coping strategies, as well as interpersonal resources, such as social support. The research is conducted in northern Uganda, where an armed conflict has been waging for more than two decades. More specifically, this research will be conducted in Lira district, with former child soldiers between 12 and 25 years old. The research exists of four studies. A first study intents to document the scope and nature of war-related experiences and to identify factors associated with differential exposure to warfare during the period of being a child soldier in northern Uganda. Thereby, attention is drawn on the prevalence of such experiences as well as factors associated with differential exposure. A second study aims to create a profile of the psychosocial well-being of former child soldiers in the long term. Moreover, an explorative model is being created and tested in order to preliminarily identifying what kind of factors yield influence on this longer term psychosocial well-being. A third study aims to inventorize the resources for northern Ugandan former child soldiers during the process of returning from the war to the war-affected society. The adolescents are being asked to list the resources they appealed to on the micro-, meso- and macrolevel. A fourth study intends to delineate the meaning and processes beyond the valuated resources, in order to understand why the experienced resources are considered as helpful for the northern Ugandan former child soldiers.Startdatum / Start date : 01.10.2008 Einddatum / End date : 31.03.2013 Output : Vindevogel, S., Coppens, K., Derluyn, I., De Schryver, M., Loots, G., & Broekaert, E. (2011). Forced conscription of children during armed conflict: Experiences of former child soldiers in northern Uganda. Child Abuse & Neglect, 35(7), 551-562 Financiering / Funding : Federale Overheid - FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Dienst Vredesopbouw) Onderzoeksinstelling / Research institute : Centre for Children in Vulnerable Situations/Universiteit Gent Onderzoekstype : Theoriegericht, fundamenteel onderzoek Discipline : Gezondheidswetenschappen - Welzijn en gezondheidszorg/Politieke wetenschappen - Conflict & development studies/Psychologie Methodologische dimensies : Individuen (direct betrokkenen, kinderen) bestuderen of bevragen/Internationaal/buitenland/Literatuur, documentanalyse/Momentopname, crossectioneel Link naar een elektronische bron: http://www.centreforchildren.be/nl/projecten/hulpbronnen-voor-voormalige-kindsol [...] Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=581 Elektronische documenten
![]()
Forced conscription of children during armed conflict: Experiences of former child soldiers in northern Uganda.URL PermalinkPermalinkThe impact of violent behaviour in adolescents on post-conflict recovery processes in northern Uganda / Alipanga, Benjamin
![]()
Permalink