Trefwoorden
 > Gezondheid en welzijn > Jeugdhulp > Hulp aan (kinderen in) gezinnen
Hulp aan (kinderen in) gezinnen |
Het resultaat bewaren De zoekopdracht beperken
Titel : 1712: Instrument ter inschatting van de veiligheid van de situatie Andere titel : 1712: Instrument to estimate the safety of a situation Documenttype: onderzoek Auteurs: Matkoski, Sarah, Onderzoeker ; Van Vossole, Anke, Onderzoeker ; Groenen, Anne, Promotor Taal : (nla) Trefwoorden: Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Hulp aan (kinderen in) gezinnen
Kinderen in kwetsbare situaties:Geweld / uitbuiting:AlgemeenSamenvatting: Dit project betreft onderzoek naar het creëren van een instrument ter inschatting van de veiligheid van de situatie bij hulplijnen. 1712 is de hulplijn van de Vlaamse Meldpunten ‘Geweld, Misbruik en Kindermishandeling’. Ervaren hulpverleners van de Centra Algemeen Welzijnswerk en de Vertrouwenscentra Kindermishandeling staan de bellers bij. Ze geven hen informatie en advies, of verwijzen door naar verdere hulpverlening. De onderzoekslijn APART aan de Thomas More Hogeschool ontwikkelt een gestructureerde vragenlijst die de onthaalmedewerkers van 1712 kunnen gebruiken om tijdens één telefoongesprek de veiligheid van een situatie in te schatten om aan de hand daarvan gepast advies te verlenen. Het instrument is bruikbaar voor alle vormen van geweld, waaronder partnergeweld, kindermishandeling, oudermishandeling, ouderenmis(be)handeling en seksueel misbruik. Het stelt de onthaalmedewerker in staat een afweging te maken tussen risico- en beschermende factoren. Het instrument werd ontwikkeld op basis van een literatuurstudie en focusgroepen met medewerkers van 1712. Summary: This project concerns research into the creation of an instrument to allow professionals at telephone assistance services to estimate the (un)safety of a situation. 1712 is the telephone helpline of the Flemish notification centres ‘Violence, abuse and child maltreatment’. Experienced professionals of the Centres of General Welfare and the Confidential Centres on Child Abuse and Neglect respond to incoming calls. They provide information and advice or refer to specialized services. The research group APART at the Thomas More University College develops a structured questionnaire for these professionals to assess the safety of a situation during one telephone call and to be able to provide appropriate advice. The instrument is useful to assess all forms of violence, including partner violence, child abuse, parent abuse, elder maltreatment and sexual abuse. It enables professionals to weigh risks and protective factors. The instrument is developed based on a literature study and focus group discussions with 1712 professionals. Startdatum / Start date : 01.06.2014 Output : Matkoski, S., Van Vossole, A. (2014). 1712: Instrument ter inschatting van de veiligheid van de situatie. Geel: Campinia Media/Matkoski, S., Van Vossole, A. (2014). 1712: Instrument ter inschatting van de veiligheid van de situatie. Onderzoeksrapport. Geel: Campinia Media Financiering / Funding : Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (SAW) Onderzoeksinstelling / Research institute : Thomas More Hogeschool - APART Onderzoekstype : Praktijkgericht onderzoek - Praktijkvoorbereidend onderzoek Discipline : Criminologie/Sociaal werk Methodologische dimensies : Focusgroepgesprekken/Individuen (intermediairen) bestuderen of bevragen/Literatuur, documentanalyse/Momentopname, crossectioneel/Regionaal Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=2240
Titel : Aanpak van Complexe Opvoedingssituaties via Samenwerking Welzijn - Onderwijs Documenttype: onderzoek Auteurs: De Roeck, Veronique, Onderzoeker ; Meireman, Katrien, Promotor ; Wysmans, Maurits, Co-promotor Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Gezondheid en welzijn:Geestelijke gezondheid
Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Hulp aan (kinderen in) gezinnen
Onderwijs:Zorg op schoolSamenvatting: Dit onderzoek richt zich op de samenwerking tussen ouders, onderwijs en welzijn. Het gaat om een praktijkgericht onderzoek dat focust op de zorgtrajecten van kleuters en lagereschoolkinderen met gedrags-, emotionele en /of psychosociale problemen, én hun gezinssysteem. Doel van dit onderzoek is om een antwoord te formuleren op volgende onderzoekvragen: (1) In welke mate verschilt de visie van ouders, onderwijs en welzijn m.b.t. gedrags- , emotionele en/of psychosociale problemen bij kinderen en de hierbij horende hulpvraag?; (2) Hoe wordt momenteel samengewerkt tussen de verschillende welzijnsdisciplines en het onderwijs? Wat zijn knelpunten en wat zijn hefbomen in deze samenwerking?; en (3) Welke aanbevelingen voor de praktijk en het beleid kunnen worden gedaan om de samenwerking in de toekomst te optimaliseren? In dit kwalitatief verkennend onderzoek worden ouders (n=60), onderwijsmedewerkers (leerkrachten, zorgcoördinatoren en beleidsmedewerkers, n=58), CLB-medewerkers (n=17) en hulpverleners (n=70) via individuele interviews en focusgroepinterviews bevraagd.Een voorlopige analyse van de tot nu verzamelde data laat zien dat inzake perspectieven op hulp er niet alleen verschillen zijn tussen de drie betrokken groepen maar dat ook binnen de groepen accentverschillen te merken zijn. In de samenwerking tussen ouders, onderwijs en welzijn worden volgende knelpunten vermeld: leerkrachten die de zorgvraag van ouders niet ernstig nemen, de duur tussen het stellen van de hulpvraag en het krijgen van een gepast zorgaanbod, gebrek aan continuïteit van zorgpersonen en gebrek aan een gecoördineerde zorgaanpak. Daarnaast is, wat betreft diagnostiek en therapie, het aanbod weinig transparant en is het kostenplaatje erg variabel. Ook blijkt toegang tot zorg zonder diagnostisch etiket een heikel punt, beïnvloedt het verschil tussen ambts- en beroepsgeheim de mogelijkheden tot samenwerking, en blijkt er een duidelijke nood aan continue professionalisering bij leerkrachten inzake hun rol in deze zorgtrajecten. De door de respondenten vermelde succesfactoren situeren zich vooral op microniveau en blijken vaak persoons- en instellings (school of welzijn)afhankelijk te zijn: het ernstig nemen van de zorgvraag, de betrokkenheid van leerkracht of hulpverlener in het zoekproces, overlegmomenten tussen verscheidene partijen, bereidheid tot samenwerken over disciplines heen. De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in een Handboek Integrale Jeugdhulp (te verschijnen najaar 2012) en gepresenteerd op een studiedag (die gehouden wordt in Leuven op 19 februari 2013). Summary: In the field of mental health care for children , many organizations and skilled professionals are available in Flanders. Despite the degree of professionalism in this field, the collaboration between parents, teachers and welfare workers is often lacking. In order to provide optimal care for primary school children and to prevent further problems, existing gaps in the collaboration need to be discovered, analyzed and removed. At Leuven University College, department Social Work, we are conducting a qualitative study focusing on the collaboration between the following three stakeholders: parents of young children having psychosocial problems, teachers and welfare workers. More specifically, it aims to answer the following questions: (1) Do perspectives on care differ between parents, teachers and welfare workers ? And if so, how do these differences look like?; (2) How is the current collaboration between parents, school and welfare organizations? What are promoting factors and what are impeding factors?; and (3) How can the collaboration between these three stakeholders be improved? To answer these questions, we interviewed 60 parents; 58 educationalists (teachers, remedial teachers), 17 persons of pupil guidance centres and 70 welfare workers through individual and group interviews. A broad range of welfare organizations were involved. Although this work is still in progress, preliminary results indicate following five topics: (1) The perspectives on care do differ, not only between parents, teachers and welfare workers, but also within these groups of stakeholders (e.g. parents having a different opinion), differences are found; (2) Personality seems to be a decisive factor in the effectiveness of care. Parents need to be assertive and well informed. Among professionals (teachers and welfare workers), involvement and readiness to communicate overtly with the persons involved are promoting factors; (3)Lack of time, lack of accessibility and lack of transparency of services were identified as impeding factors in the communication and collaboration on care; (4) Another emerging theme is the professional confidentiality. Although professional confidentiality is aimed at as a protective factor, some respondents point it out as an obstruction to collaboration; and (5) Collaboration can be improved by clear communication about expectations with respect to each other and by engaged persons who really want to search for the good care in individual cases. The results of this project are published in a manual for inclusive youth care (publication planned for fall 2012) and presented at a conference (to be held in Leuven, Belgium on February 19th, 2013). Startdatum / Start date : 01.01.2010 Einddatum / End date : 31.03.2013 Onderzoeksinstelling / Research institute : Katholieke Hogeschool Leuven - departement Sociale School Heverlee Onderzoekstype : Praktijkgericht onderzoek Discipline : Pedagogische wetenschappen - (Ortho)pedagogiek, onderwijskunde, sociale agogiek/Gezondheidswetenschappen - Welzijn en gezondheidszorg Methodologische dimensies : Diepte- en/of expertinterviews/Focusgroepgesprekken/Momentopname, crossectioneel/Individuen (direct betrokkenen, volwassenen) bestuderen of bevragen/Individuen (intermediairen) bestuderen of bevragen Link naar een elektronische bron: https://associatie.kuleuven.be/apps/pwo/project.php?titel=Onderzoek+naar+de+rela [...] Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=620
Titel : Afstemming van zorg in crisissituaties Documenttype: artikel Auteurs: Goethals, Johan, Auteur ; Van Dael, Ellen, Auteur Uitgegeven: Brussel : VZW Pluralistisch Overleg Welzijnswerk Publicatiedatum: 2005 Tijdschrift: Alert Vol. 30, Nr. 5 Paginering : p. 30-40 Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Hulp aan (kinderen in) gezinnen Samenvatting: Dit artikel is enkel in papieren vorm beschikbaar. Summary: This article is only available in printed format. Link naar een elektronische bron: http://www.alertonline.be/ Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=1959 Attachment Based Family Therapy in thuisbegeleidingsdiensten van de Bijzondere Jeugdzorg : Exploratie van implementatie, effectiviteit en disseminatie / Santens, Tara
Titel : Attachment Based Family Therapy in thuisbegeleidingsdiensten van de Bijzondere Jeugdzorg : Exploratie van implementatie, effectiviteit en disseminatie Andere titel : Attachment Based Family Therapy in Home Based Services of the Flemish Child Welfare System: Exploring implementation, effectiveness, and dissemination Documenttype: onderzoek Auteurs: Santens, Tara, Onderzoeker ; Bosmans, Guy, Promotor ; Diamond, Guy, Co-promotor Taal : (nla) Trefwoorden: Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Bijzondere jeugdzorg
Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Hulp aan (kinderen in) gezinnenSamenvatting: Dit project betreft onderzoek naar ‘Attachment Based Family Therapy’ (ABFT) in thuisbegeleidingsdiensten van de Bijzondere Jeugdzorg. Ongeveer twintig procent van de Vlaamse jongeren krijgt te maken met een depressie tijdens de adolescentie. Uit onderzoek blijkt bovendien dat jongeren in de Bijzondere Jeugdzorg bijzonder kwetsbaar zijn om een depressie en suïcidale ideatie te ontwikkelen. Het zoeken naar adequate depressiebehandelingen is aldus een belangrijke onderzoeksdoelstelling met grote maatschappelijke relevantie. Gehechtheidsonderzoek stelt dat de kwaliteit van de ouder-kindrelatie een belangrijke rol speelt, hetzij als buffer hetzij als risicofactor, voor het ontwikkelen en/of in stand houden van gedrags- en emotionele problemen. Attachment Based Family Therapy (ABFT; ontwikkeld in Philadelphia, USA) is een kortdurende, taakgestuurde gezinstherapie die tot doel heeft breuken in de gehechtheidsrelatie en het vertrouwen tussen ouder(s) en de depressieve adolescent te herstellen. Amerikaanse effectstudies (RCT-design) tonen aan dat deze relationele benadering met de kwaliteit van de ouder-kindrelatie als behandelfocus zeer effectief is in de behandeling van depressie en suïcidaliteit bij adolescenten. Daarom onderzoekt deze studie: (1) of de veelbelovende effecten van ABFT in de USA (United States of America - Verenigde Staten) ook in de Vlaamse context repliceerbaar zijn (effectiviteit); (2) op welke wijze ABFT een plaats kan hebben binnen het bestaande hulpverleningsaanbod van voorzieningen van Bijzondere Jeugdzorg (implementatie); en (3) de ontwikkeling van opleidingsstrategieën om therapeuten te trainen in ABFT (disseminatie). Summary: This project concerns research into the ‘Attachment Based Family Therapy’ (ABFT) in Home Based Services of the Flemish Child Welfare System. Approximately twenty percent of Flemish youngsters are confronted with a depression during adolescence. Furthermore, research shows the vulnerability of these youngsters in the Flemish Child Welfare System to develop a depression or suicide thoughts. The search for adequate means that deal with depression is therefore an important research goal with social relevance. Attachment research argues that the quality of a parent-child relationship forms an important role – either as buffer or as risk factor – for the development and / or maintenance of behavior- and emotional problems. Attachment Based Family Therapy (ABFT; developed in Philadelphia, US) is a short term, task oriented family therapy that aims to restore rifts in the attachment relationship and the trust between parent(s) and the depressive adolescent. American effect studies (RCT design) prove the effectiveness of this relational approach concerning quality of parent-child relationship in the treatment of depression and suicide thoughts among adolescents. This study examines therefore: (1) if the promising effects of ABFT in the USA (United States of America) also apply to the Flemish context (effectiveness); (2) which role the ABFT can play within the current Services of the Child Welfare System (implementation); and (3) the development of education strategies to train therapists in ABFT (dissemination). Startdatum / Start date : 23.09.2013 Einddatum / End date : 23.09.2017 Financiering / Funding : FLOF Onderzoeksinstelling / Research institute : KU Leuven Onderzoekstype : Theoriegericht, fundamenteel onderzoek - Doctoraatsonderzoek Discipline : Criminologie/Psychologie/Sociaal werk Methodologische dimensies : (Secundaire) analyse van kwantitatieve crossectionele of longitudinale data/Diepte- en/of expertinterviews/Experiment Link naar een elektronische bron: http://www.researchportal.be/project/attachment-based-family-therapy-during-home [...] Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=2257
Titel : Een conceptueel model van opvoedingsondersteuning: onderzoek naar interacties tussen ouders en tussen ouders en professionelen Documenttype: onderzoek Auteurs: Geens, Naomi, Onderzoeker ; Vandenbroeck, Michel, Promotor Taal : Nederlands (dut) Trefwoorden: Gezin:Opvoeding
Gezondheid en welzijn:Jeugdhulp:Hulp aan (kinderen in) gezinnenSamenvatting: Opvoedingsondersteuning wordt hoofdzakelijk individueel ingevuld. Bijvoorbeeld het pedagogisch adviseren en trainen van opvoedingsvaardigheden nemen daarbij een centrale plaats in. Het relationele aspect, nl. de aandacht die er is voor vele mogelijke relaties tussen een diversiteit aan mensen als een belangrijke vorm van steun bij de opvoeding, is echter onderbelicht. In de wetenschappelijke literatuur omtrent 'social support' zien we enerzijds dat er geen eensgezindheid is over wat men nu precies onderzoekt (informele dan wel formele steun, frequentie van contacten, functie van steun, etc.); anderzijds gaat men wel quasi altijd uit van een vooraf gedefinieerde opvatting van wat sociale steun is (door zich hoofdzakelijk te beperken tot het gebruik van meetschalen) en worden de vele mogelijke betekenissen voor een diversiteit aan ouders niet onderzocht (vb. betekenis van kortstondige contacten, van steun via internetfora, …). De betekenis die momenteel dominant aan sociale steun wordt gehecht, is zijn bufferende werking tegen de negatieve impact die depressie, stress, angst, e.d. bij ouders met zich meebrengen voor de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Dit getuigt echter van een zeer individuele benadering van sociale steun waarbij aandacht voor de wederkerigheid van interacties uit het beeld verdwijnt, evenals het besef dat steun niet altijd als positief wordt ervaren of dat steun ook belangrijk is in tijden dat het goed gaat. Door zich te richten op geestelijke en andere problemen, worden bepaalde groepen ouders als risicogroepen bestempeld omdat zij vaker met een cumulatie van problemen worden geconfronteerd. Dergelijke groepen worden afzonderlijke bestudeerd omdat ze een ‘gelijke’ ervaring zouden delen. Dit erkent echter twee zaken niet, nl. dat algemene maatschappelijke voorzieningen zich richten op alle mensen (en dus een diversiteit aan mensen) en dat ook contacten tussen diverse groepen over grenzen heen mogelijk en betekenisvol kunnen zijn (cf. onderzoek in de ontmoetingsplaats Baboes). Momenteel hebben we nog maar weinig zicht op de vele mogelijke betekenissen die contacten kunnen hebben in alledaagse situaties waar een diversiteit aan ouders elkaar tegenkomen. We vertrekken hierbij van een visie op opvoeding als gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij opvoeding niet los van de gemeenschap wordt gezien. De opvoedingsondersteunende en gemeenschapsvormende waarde van informele sociale steun is tot nog toe ondergewaardeerd en wordt ook zelden als een mogelijke deelopdracht van de algemene maatschappelijke voorzieningen gezien. Summary: Social support is an important but complex concept. Many researchers have illuminated the numerous positive effects, but also the possible harm residing in social relations. However, current research relies mainly on self-reports, capturing the experience of specific groups of parents who are believed to be at risk. This individualized approach may reinforce the emphasis on the individual responsibility of parents. Moreover, focusing on risk groups implicitly assumes that homogeneity is a condition for parent groups, ignoring the actual diversity as well as the multiple belongings of parents. In current society, the diversities in urban areas cannot be ignored: people do interact with others who are both similar and different. When parenting is seen as a shared responsibility, between state and citizens and among citizens, reciprocity and multivocality can come to the forefront. More attention is needed for practices of parent support that take this complexity, diversity, reciprocity and multivocality in daily micro interactions into account. This includes looking at areas of social work that aim at stimulating parent encounters or social support, but should not be limited to such places and should also include provisions where parents actually meet, such as preschools and schools. Startdatum / Start date : 2012 Einddatum / End date : 2015 Output : Geens, N., Vandenbroeck, M. (2013). Early childhood education and care as a space for social support in urban contexts of diversity. European Early Childhood Education Research Journal, 21, (3). Onderzoeksinstelling / Research institute : Universiteit Gent – Vakgroep sociaal werk en sociale pedagogiek Onderzoekstype : Theoriegericht, fundamenteel onderzoek - Doctoraatsonderzoek Discipline : Sociaal werk Vaste link: http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=731
Permalink
PermalinkDevelopment of an intervention for foster parents of young foster children with externalizing behavior: Theoretical basis and program description. / Vanschoonlandt, Femke
Permalink
PermalinkPermalink
Permalink
Permalink
Permalink
PermalinkPermalink
