
Titel : |
Representing children's views and best interests in court: an international comparison |
Documenttype: |
artikel |
Auteurs: |
Bilson, Andy, Auteur ; White, Sue, Auteur |
Uitgegeven: |
Hoboken [USA] : Wiley-Blackwell |
Publicatiedatum: |
2005 |
Tijdschrift: |
Child Abuse Review, ISSN 1099-0852 Vol. 14, No. 4  |
Paginering : |
220–239 |
Taal : |
Engels (eng) |
Trefwoorden: |
Beleid:Kinderrechtenbeleid:Implementatie en monitoring:Algemeen Justitie:Kindvriendelijke justitie
|
Samenvatting: |
Deze paper verstrekt een vergelijking tussen een aantal alternatieve modellen van internationale gebruiken in relatie tot het aanstellen en organiseren van een voogd ad litem en andere personen die representatief zijn voor kinderen in de kinderzorg en in familierechtelijke procedures. De paper toont aan dat, in hun pogingen om de noden van kinderen te adresseren in verband met vertegenwoordiging in zaken die van toepassing zijn op hun welzijn, Engelssprekende landen geprobeerd hebben om de twee opvallende artikels van het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind te vermengen, nl. Artikel 3, dat handelt over het belang van het kind en Artikel 12, dat handelt over het recht om hun wensen en gevoelens uit te drukken. De persoon die het kind vertegenwoordigt, wordt aangesteld voor het beoordelen van hun belangen en, meestal als tweede plicht, het meedelen van hun standpunten, in systemen waar wettelijke vertegenwoordiging van het type ‘stand alone’ werd geïmplementeerd. De paper besluit dat voor sommige groepen van kinderen in publieke of private gerechtelijke procedures, een advocaat (in plaats van een voogd die kijkt naar het belang van het kind, en indien van toepassing een wettelijke vertegenwoordiger) een betere vertegenwoordiging kan verzekeren voor de kinderen in de gerechtshoven en een betere participatie van kinderen in gerechtelijke procedures, een grotere rol voor kinderen als burgers en een betere implementatie van hun rechten. |
Summary: |
This paper provides a comparison of a number of alternative models of international practice in relation to the appointment and organization of guardians ad litem and other children's representatives in child care and family proceedings. The paper notes that, in their attempts to address the need for children to have representation in matters affecting their welfare, English-speaking countries have tended to conflate the two salient Articles of the United Nations Convention on the Rights of the Child, that is, Article 3, which deals with the child's best interests, and Article 12, which deals with their right to express their wishes and feelings. Where systems other than ‘stand alone’ legal representation have been put in place, the child's representative is charged with both assessing their best interests and, often as a secondary duty, communicating their views. The paper concludes that for some groups of children in public or private law proceedings, an advocate (rather than a best interest oriented guardian, and where necessary in addition to a legal representative) may enable better representation of the child in the courts and greater participation by children in legal proceedings, an increased role for children as citizens and a fuller implementation of their rights. |
Link naar een elektronische bron: |
http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/car.902/abstract |
Vaste link: |
http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=1428 |
|