
Titel : |
Jongeren, transgressie en publieke ruimte |
Andere titel : |
Urban Youth: an analysis of meanings of deviant juvenile behaviour in public spaces |
Documenttype: |
onderzoek |
Auteurs: |
De Backer, Mattias, Onderzoeker ; Jenneke Christiaens, Promotor ; Enhus, Els, Co-promotor |
Taal : |
Engels (eng) |
Trefwoorden: |
Kinderen in kwetsbare situaties:Stedelijke gebieden Vrije tijd, spel en cultuur:Publieke ruimte:Algemeen
|
Samenvatting: |
Het gedrag van hangjongeren binnen stedelijke publieke plaatsen is een erg actueel thema. Onderhandelingen tussen de stedelijke jeugd en andere gebruikers van publieke plaatsen binnen de stedelijke context (vervallen gebieden, stadskernen, etc.), blijkt moeilijk. Dit is vooral wanneer de publieke plaats wordt verdrongen door verscheidene andere vormen van privatisering en surveillance. Etnografisch onderzoek naar de manieren waarop jongeren onderhandelen en zich een bepaalde plaats toe-eigenen, kan mogelijks inzicht verschaffen in hoe bepaalde plaatsen een soort identiteit en thuisgevoel helpen creëren voor de anders gemarginaliseerde en verdrukte jeugd. In plaats van enkel het overschrijdend gedrag binnen de publieke plaats trachten te contextualiseren, reflecteert dit onderzoek in de eerste plaats over de aard van de publieke plaats zelf. Als de stedelijke jeugd zich plooit naar gewelddadige informele gedragsregels, welke zijn die regels en wie beslist over deze keuze in regels? Vanaf welk moment resulteert deze toe-eigening van de publieke plaats door jongerengroepen tot de productie van een parochiale ruimte? Hoe verhindert dit de normale dialoog tussen gebruikers van de publieke ruimte? Hoe wordt dit geplaatst binnen de context van een stedelijk project dat per definitie gebaseerd is op onderhandeling naar een gemeenschappelijke toekomst, eerder dan een onderhandeling dat gebaseerd is op gedeelde identiteit of gedeelde normen en waarden? Publieke pleinen, parken en tussenliggende plaatsen in de Brusselse buurt zoals ‘Etterbeek’, ‘Molenbeek’, of het centrum van Brussel, lenen zich ideaal voor een etnografisch onderzoek naar de ruimtelijke gebruiken van de stedelijke jeugd. Uitvoerige observaties stellen ons in staat om de politiek binnen deze plaatsen in kaart te brengen. Bovendien resulteren interviews met lokale experts (straat- of jeugdwerkers), alsook met de jongeren zelf, in een diepgaande beschrijving van de politiek binnen deze plaatsen. Het inzicht hierin kan een nieuwe evaluatie inleiden van wat ‘publieke plaats’ is, wat we bedoelen wanneer we onze geldende rechten m.b.t. de stad en haar ‘publiekheid’ uitoefenen, en wat we verstaan onder ‘jongeren’ en ‘anderen’. |
Summary: |
The behaviour of youngsters hanging out in urban public space is a hot topic nowadays. In run-down and highly diverse areas, as well as in city centres, negotiation between urban youth and other users of public space appears difficult, especially in times when public space is limited due to various forms of privatization and surveillance. Ethnographic research into the ways in which youths negotiate and appropriate space could, arguably, give insight in how places help create an identity and/or a sense of home and belonging for otherwise marginalized and ‘repressed’ youngsters. However, rather than only trying to contextualize transgressive behaviour in public space, this research reflects on the nature of public space itself. If urban youths do violate informal rules of conduct, which rules are those and who gets to decide upon them? And at which point does the appropriation of public space by groups of youngsters result in the production of parochial space? How does this disrupt the ‘normal’ dialogue between users of public space? How does this fit into an urban project that is by definition based on negotiation towards a common future rather than on a shared identity or shared norms and values? Public squares, parks and more liminal places in Brussels’ neighbourhoods such as ‘Etterbeek’, ‘Molenbeek’ or the center of Brussels should prove to be excellent cases for an embedded ethnographic research of the spatial practice of young urbanites. Extensive observation should allow to map the politics of place in those cases. Additionally, interviews with local ‘experts’ (e.g. street or youth workers) as well as the youths themselves should result in a thick description of the politics of place. This understanding could inform a re-evaluation of what ‘public’ space is, what we mean when we exert our respective rights to the city and its ‘publicness’, and give insight into ‘youngsters’ as well as ‘others’. |
Startdatum / Start date : |
2012 |
Einddatum / End date : |
2016 |
Financiering / Funding : |
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) |
Onderzoeksinstelling / Research institute : |
Vrije Universiteit Brussel |
Onderzoekstype : |
Theoriegericht, fundamenteel onderzoek |
Discipline : |
Geografie, geologie, ruimtelijke indeling, urbanisatie/Sociale wetenschappen |
Methodologische dimensies : |
Diepte- en/of expertinterviews/(Participerende) observaties/Momentopname, crossectioneel/Regionaal/Individuen (direct betrokkenen, kinderen) bestuderen of bevragen/Individuen (intermediairen) bestuderen of bevragen |
Vaste link: |
http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=1643 |
|