
Titel : |
Naar een duurzaam Sport voor Allen-beleid: Analyse van kritieke succesfactoren van georganiseerde sportbeoefening bij (maatschappelijk kwetsbare) adolescenten |
Documenttype: |
onderzoek |
Auteurs: |
Buelens, Evi, Onderzoeker ; Theeboom, Marc, Promotor ; Kristine De Martelaer, Co-promotor |
Taal : |
Nederlands (dut) |
Trefwoorden: |
Gezondheid en welzijn:Algemeen Kinderen in kwetsbare situaties:Algemeen Vrije tijd, spel en cultuur:Algemeen
|
Samenvatting: |
De afgelopen 40 jaar heeft de Vlaamse overheid een actief Sport voor Allen-beleid gevoerd. Eén van de belangrijkste targetgroepen hierbinnen was (en is nog steeds) ‘jeugd’. Ondanks vele beleidsinspanningen, blijven jongeren vandaag in Vlaanderen ondervertegenwoordigd in de georganiseerde sport. Daarnaast tonen recente Vlaamse data dat de groep van jonge mensen duidelijk ondervertegenwoordigd is onder de vrijwilligers in de sport en dat dit ook in het bijzonder het geval is voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Onder meer hieruit kan geconcludeerd worden dat de promotie van georganiseerde sportparticipatie onder adolescenten in Vlaanderen, een ‘voortdurende uitdaging’ blijft. Dit relateert niet alleen aan specifieke jeugdsport begeleidingsaspecten, maar ook aan organisatorische strategieën (o.a. met betrekking tot het structurele functioneren van clubs, het voorzien van infrastructurele laagdrempelige faciliteiten, type van activiteitenaanbod, organisatorische ‘formats’ enz.). Het is van belang hier te benadrukken dat naast de ‘pure’ participatie van jonge mensen in sport, er ook een nood is om te focussen op de (sociale) surplus waarde die sport kan genereren voor jonge mensen. Doorheen de jaren ontstond een toenemend geloof dat de voordelen van sportbetrokkenheid niet enkel gelimiteerd zijn tot fysieke gezondheidsverbetering, maar dat sporten ook sociale educatieve ontwikkeling kan bevorderen in haar deelnemers (bv. persoonlijke en sociale competenties, bouwen aan de samenleving, enz.). Recent werd deze toegevoegde waarde van sport gelabeld als ‘sport plus’ (sports+) (Coalter, 2007). Dit doctoraatsonderzoek bestaat uit vier grote fasen. Vooreerst is er een uitgebreid literatuuronderzoek betreffende de verschillende relevante en verwante thema’s van dit onderzoeksonderwerp (fase 1). Daarnaast gebeuren in 2012-2013 (= 2e fase) twee voorbereidende studies, met als doel het veld te verkennen buiten de traditioneel clubgeorganiseerde sportcontext. In deze fase wordt in kaart gebracht wat de traditioneel clubgeorganiseerde sportcontext kan leren van een aantal andere contexten (andersgeorganiseerde sport en jeugdwerk). Meer concreet worden twee jeugdontwikkelingsprogramma’s onderzocht met de focus op het aanleren en ontwikkelen van competenties. Beide projecten focussen op jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties en gebruiken sport als middel. Eén project (Kort op de Bal), situeert zich in het jeugdwerk, het andere (‘Street Action’) in een buurtsportcontext. Binnen het ‘Kort op de Bal’-project worden drie verenigingsondersteuners geïnterviewd alsook negen jongeren, dewelke tweemaal worden geïnterviewd. Het ‘street Action’-project loopt in acht steden en gemeenten in Vlaanderen (in 2013 kwamen er nog eens vijftien projecten bij, dewelke geen voorwerp vormen van dit onderzoek). Hier worden de twee hoofdorganisatoren van elk project geïnterviewd en worden een aantal focusgroepen met de deelnemende jongeren (die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties) georganiseerd. Gebaseerd op de resultaten van beide studies wordt meer inzicht verworven in de onderliggende mechanismen en methodologie van de programma’s en hun ‘outcomes’ alsook in hoe de jongeren het hele programma ervaren hebben. Daarnaast wordt ook een beter begrip bekomen van de contexten en contextuele & individuele factoren voor goede (sportgebaseerde) jeugdontwikkelingsprogramma’s. In een derde fase (eind 2013-2014), verschuift de focus binnen dit doctoraatsonderzoek naar de zogenaamde ervaringsdeskundigen onder de jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Het doel is om 20 à 25 van deze jongeren (leeftijd 15-23 jaar) die verantwoordelijkheid opnemen binnen hun vrije tijd te interviewen. Via deze benadering wordt enerzijds beoogd meer inzicht te verwerven in de drempels, katalysatoren, motieven, enz. inzake het opnemen van vrijwilligerswerk en anderzijds een beter inzicht te verwerven in de ervaringen met betrekking tot het opnemen van deze vrijwilligerstaken door de jongeren. Daarnaast wordt de motivatie van deze jongeren gerelateerd aan hun (non)-participatie in (traditioneel georganiseerde club) sport opdat meer inzicht zou worden bekomen in het belang van deze factoren. De concrete invulling van deze derde fase hangt af van de gevonden resultaten in fase 1 en 2. In een laatste fase (2014-2015) worden lessen uit de eerste drie fasen geïmplementeerd binnen de traditioneel clubgeorganiseerde sportsector. Meer wordt beoogd een beter inzicht te verwerven in de contextuele & individuele factoren en het belang hiervan met betrekking tot de sportparticipatie en het opnemen van vrijwilligerstaken. Dit moet in staat stellen informatie aan te leveren om succesvolle beleidsstrategieën te ontwikkelen die kunnen bijdragen tot een verhoogde sportparticipatie en toegenomen vrijwilligerswerk door jongeren in het algemeen en door maatschappelijk kwetsbare jongeren in het bijzonder. |
Summary: |
Despite policy efforts in the past, the sports club membership of adolescents in Flanders seems to be over the hill (Scheerder & Seghers, 2011). Moreover, there is a particularly low level of organized sports participation among disadvantaged youth (See e.g., Cobbaert, 2009; Dēmos, 2010) and significant drop out rates among older youth (Vettenburg et al., 2010). At present, within the Flemish sports sector, there is limited insight into why certain groups do - or do not - participate within an (organized) sports context. In addition, there is a lack of understanding regarding the impact of (organized) sports participation on youth, both in terms of the promotion of sustainable sports participation, as in relation to the development of personal and social skills (e.g., taking up responsibility and volunteering). This PhD-study consists of four phases. Within the first phase (2012), a literature review is done. Besides that, two preliminary studies with the purpose of exploring the field beyond the traditional organized sports context are set up (= phase 2, 2012-2013). More specifically, this phase examines two youth development programs focusing on ‘teaching’ and ‘learning’ skills and competences. They both focus on disadvantaged youth and use sports as a means. One project (Kort-op-de-Bal) is situated in youth work, another (Street Action) is situated in a neighbourhood sports context. Within the 'Kort-op-de-Bal' project three expert witnesses are interviewed as well as nine disadvantaged youngsters, the latter are interviewed two times. The 'Street Action' project runs in eight municipalities and the two main organizers of each project (n=16) are interviewed. Besides that, six group interviews with the disadvantaged youngsters are organized. The objective of both studies is to gain more insight in the underlying mechanisms and methodology of the programs and their outcomes as well as in how youngsters experience the whole program. Moreover, the researchers obtain a better understanding of contexts and contextual/individual factors for good youth (sports-based) development programs. In a third phase (end of 2013-2014), the focus within this PhD-study shifts to ‘hands-on’ experts among disadvantaged youngsters. This third phase of the research consists of interviewing 20 to 25 youths (age: 15-23) living in socially vulnerable situations, who are taking responsibilities in their leisure time. The goal of this approach is on one hand to gain more insight in the thresholds, motives, catalysts, etc. for taking up responsibilities and on the other hand to get a better understanding of the experiences concerning taking up responsibilities of socially vulnerable youth. Besides that, this study also investigates the motives of adolescents related to their (non-)participation in (organized) sports and gets more insight into the importance of these factors to determine and develop successful policy strategies that could contribute to an increased participation among adolescents in general and underprivileged youth in particular. The concrete interpretation of this third phase depends on the results of phase one and two. In a last phase (2014-2015), the objective is to implement lessons from the first three phases for the traditional organized sports sector. Moreover the researchers want to gain more insight into the contextual factors that allows them to determine how to increase the participation and volunteering among adolescents in general and underprivileged youth in particular and, as a result of that, to develop successful policy strategies concerning this topic. |
Startdatum / Start date : |
2012 |
Einddatum / End date : |
2015 |
Financiering / Funding : |
Vlaamse overheid - Steunpunt sport |
Onderzoeksinstelling / Research institute : |
Vrije Universiteit Brussel |
Onderzoekstype : |
Theoriegericht, fundamenteel onderzoek - Doctoraatsonderzoek/Beleidsgericht onderzoek/Praktijkgericht onderzoek |
Discipline : |
Sociaal werk/Sociale wetenschappen/Sportwetenschappen |
Methodologische dimensies : |
Diepte- en/of expertinterviews/Focusgroepgesprekken/Literatuurstudie/Momentopname, crossectioneel/Regionaal/Individuen (direct betrokkenen, kinderen) bestuderen of bevragen/Individuen (intermediairen) bestuderen of bevragen |
Link naar een elektronische bron: |
http://www.steunpuntsport.be/onderzoeksprojecten/wp-1.aspx |
Vaste link: |
http://www.kekidatabank.be/index.php?lvl=notice_display&id=1679 |
|